RallyNieuws
325i Challenge - ELE Rally 2014
325i Challenge - ELE Rally 2014

Kan de Nederlandse rallysport nog worden gereanimeerd?

Velen denken het. Ook langs de proeven van de Hellendoorn Rally hoorde je het. “Het duurt niet lang meer, nog een paar jaar en dan is de sport kapot….”. Iedereen heeft zo zijn eigen mening over hoe dit zo ver is gekomen: regelgeving, mede ingegeven door de ‘grillen’ van de verzekeringsmaatschappij; altijd maar dezelfde proeven; organisaties die niet ‘klantvriendelijk’ genoeg zouden zijn; de kosten; enzovoort. Tijd om eens met Rob van Bergen, ad interim voorzitter van het Bestuur Sectie Rally van de KNAF, te praten over de toekomst van deze sport.

“Dat op dit moment Nederland niet het Walhalla van de rallysport is, is ook het Bestuur Sectie Rally van de KNAF niet ontgaan. Dat in alle geledingen van de sport veranderingen nodig zijn, staat voor eenieder buiten kijf. Een éénduidig antwoord is echter niet  te geven. Vele neuzen, in alle disciplines van de sport, moeten (weer) dezelfde kant gaan op gaan wijzen. Binnen het BSR hebben daarom diverse personele wijzigingen plaatsgevonden en is men begonnen met de aanpak richting de toekomst”.

Om het tij te keren heeft het BSR voor de komende jaren een beleidsplan opgesteld. In dit plan is en wordt nagedacht over alle facetten van de sport. Het BSR heeft zichzelf een aantal vragen gesteld: Hoe kunnen jongeren motiveren  om deel te gaan nemen? Wat moet er gedaan worden om de reeds bestaande rijders aan het rijden te houden? Hoe krijgen we het grote contingent rijders dat in de loop der tijd is gestopt opnieuw aan de start van Nederlandse evenementen en hoe kunnen we de echte top uit de zandbak en het buitenland terug halen om weer in Nederland te gaan rijden? Moeten er nóg meer kilometers in wedstrijd worden gestopt? Moet de kwaliteit van de bestaande proeven omhoog of moet de kwaliteit van de organisaties en evenementen  nog verder omhoog? Hoe krijgen we weer voldoende en gemotiveerde officials? Een greep uit de vele vragen die het BSR zichzelf ook heeft gesteld en waarop het een antwoord probeert te vinden.

“Voor rijders in een topwagen, denk hierbij aan de R5 en de WRC’s, zijn de kosten per kilometer echt enorm, enige honderden euro’s per gereden kilometer is geen uitzondering. Zitten zij te wachten op nóg meer kilometers en dus nog hogere kosten, of willen ze in plaats daarvan leukere, lees uitdagendere en meer gevarieerde, kilometers?” aldus Rob. “Bij veel proeven zitten vaak lange halen waarbij de wagens langere tijd vol gas gaan, flink afremmen, de hoek om gaan en weer vol gas in één rechte lijn op de volgende bocht afstormen. Voor een flink aantal deelnemers heeft dat weinig meer met rally te maken en werkt dat niet echt motiverend. Om echter aanspraak te blijven maken op het kampioenschap staan ze echter, bijna noodgedwongen, wel aan de start”.

“Een andere vraag waar het BSR mee worstelt is of de World Rally Cars uit Nederland moeten worden geweerd. De komst van de R5 klasse leek het einde van de WRC’s in te luiden. De R5 zou namelijk de nieuwe World Rally Car van de toekomst worden. Niets is echter minder waar gebleken. De huidige generatie WRC’s werden kleiner maar inmiddels blijkt dat zij met de lichtere 1600cc motor de strijd met de op papier veel krachtiger 2 liter motor goed aan kunnen. In het seizoen 2017 zal deze categorie zelfs nog agressiever worden door onder andere meer vermogen, verbeterde aerodynamica en een betere wegligging en worden ze ook weer groter.”

“In de jaren na 2017 komt deze nieuwe generatie Word Rally Car’s beschikbaar voor de privateers. Indien het BSR nu zou besluiten deze categorie wagens te verbieden, betekent dat ook gelijk dat in de toekomst deze nieuwe wagens op nationaal niveau niet meer gebruikt zouden mogen worden. Maar hoe gelijk is de strijd dan nog? Is de winst en het kampioenschap dan alleen nog weggelegd voor de happy few die zich een dergelijke auto kunnen veroorloven? Moet er een apart kampioenschap in het leven worden geroepen of geldt alleen het dagsucces? Wie is dan de échte kampioen? Die met het meeste geld en de beste/snelste auto of diegene die echt het beste kan rijden? Deze vragen houden het BSR al een tijdje bezig en een eenvoudig antwoord is er niet. Vooralsnog laat het BSR de World Rally Cars, met uitzondering van de 2 liter versies, toe tot de kampioenschappen. We wachten de ontwikkelingen het komende jaar af”.

“Er zijn staan in de diverse schuren genoeg rallyauto’s en er zijn een behoorlijk aantal licenties afgegeven. Toch blijven die auto’s in de schuur staan of komen slechts één of twee keer per jaar aan de start van een wedstrijd. “Het kostenaspect speelt een belangrijke rol. Met inschrijfgelden, reis- en verblijfskosten en de running kosten zijn serieuze bedragen gemoeid om nog maar niet te spreken over het op te nemen aantal verlofdagen of dagen dat het eigen bedrijf moet worden gesloten. Als dan ook nog eens blijkt dat de klasse-indeling ervoor zorgt dat uitzicht op een goed resultaat nagenoeg onmogelijk is, zullen deze auto’s niet snel tevoorschijn komen. Om die redenen zal het BSR nadrukkelijk gaan toezien op de handhaving van het shortrally concept als ééndagsevenement, georganiseerd in het weekend, met een beperkt aantal proeven en wedstrijdkilometers. De kosten blijven op die manier beperkt en er hoeft geen verlof opgenomen te worden. Om tegemoet te komen aan de vraag van rijders naar een eerlijkere competitie werkt de Technische Commissie aan een nieuwe indeling in divisies.”.

Er zijn wedstrijden geweest waarin een klein aantal teams met meer bekers naar huis gaan dan dat ze zelf konden dragen: voor winst in de klasse, de groep, de divisie, de cup en de algemene rangschikking.
“Deelnemers hebben gelijk wat dat betreft. Om die reden heeft het BSR besloten de klasseindeling voor 2017 aan te passen om te komen tot een eerlijkere competitie. Daarnaast zal er in de toekomst mogelijk gekeken worden naar het vermogen van de auto. Door een eerlijkere competitie wordt de kans op een beker vergroot. Het BSR hoopt hiermee de rijders weer te motiveren toch weer aan de start te verschijnen”.

“Een gewijzigd licentiebeleid, gericht op herintreders, moet barriers op dat vlak wegnemen. Ervaren rijders en navigatoren moeten niet verwezen worden naar een rallycursus en examen als zij de draad weer willen oppakken.”

“In het seizoen 2017 organiseert het BSR een nieuw kampioenschap: het Historisch Rally Kampioenschap. Dit om historische rallyauto’s en youngtimers, weer terug op de rallypaden te krijgen. Hiervoor wordt niet alleen naar het nieuwe nationale reglement gekeken, ook de Duitse en Belgische reglementen worden nadrukkelijk bekeken. Auto technisch zouden buitenlandse deelnemers zonder problemen moeten kunnen inschrijven voor dit Historische kampioenschap”.

Begin dit jaar werd door het BSR een vacature uitgeschreven voor een promotor van de Nederlandse Rallysport.
“Ja, deze is inmiddels aangesteld in de persoon van Dick Leermakers. Zijn taak is het o.a. om de sport meer onder de aandacht van het publiek en de media te brengen om zo meer (jonge) mensen enthousiast te maken voor deze sport. Eén van de initiatieven is het opzetten van een Junior-Cup voor rijders tot 26 jaar. Daarnaast verwelkomt en ondersteunt het BSR initiatieven als de 206 1600 Cup, de Peugeot Challenge, de One Day Rally Challenge en mogelijk de Mercedes SLK Cup, waarin met relatief goedkope auto’s kan worden gestreden. ”

“Om de zichtbaarheid van de KNAF/BSR  bij de evenementen te vergroten en om die jongeren te bereiken, zullen  KNAF-hostesses, te beginnen tijdens de GTC Rally op alle evenementen aanwezig zijn op de publiekspunten om geïnteresseerden van informatie te voorzien”.

Natuurlijk komen ook zaken als hoe publieksvriendelijk is de sport aan de orde. Leeft de wedstrijd bij de bewoners in het wedstrijdgebied en wat, of hoe, kan hier eventueel aan verbeterd worden? “Tijdens de Hellendoorn Rally bleek het publiek in groten getale op te komen. Natuurlijk speelt geld hierbij een flinke rol en hebben wedstrijden als de Hellendoorn Rally, de ELE Rally en de GTC Rally inmiddels een naam opgebouwd. Dat staat normaliter garant voor een grotere publieke belangstelling en meer media aandacht. Dat helpt bij het vinden van sponsoren, of zelfs een hoofdsponsor. Desondanks zullen  organisatoren moeten nadenken over hun wedstrijdconcept en de saus waarmee ze hun evenement willen overgieten, om deze aantrekkelijker te maken voor met name deelnemers maar ook het  grote publiek”.

Dat publiek wil graag zo dicht mogelijk op de actie staan, vaak tot in het extreme. Dit terwijl de afstand tussen het parcours en het publiek de afgelopen periode uit veiligheidsoverwegingen steeds verder werd vergroot.
Rob licht toe: “Uit proeven en berekeningen van de FIA blijkt dat hoe groter het impactgebied is waarin een auto terecht kan komen bij een crash, hoe groter het risico voor de toeschouwers. Het motorvermogen en  de massa van de auto zijn  belangrijke factoren. Die bepalen de hoeveelheid energie die ongecontroleerd vrijkomt als een rijder de controle over zijn auto verliest; hoe meer energie (lees snelheid), hoe groter het impactgebied. Om reden van toeschouwerveiligheid verwerkt de FIA deze onderzoeksresultaten  in haar reglementen. Dat heeft niet alleen effect op  de afstand van publiek tot parcours, maar ook op  het vermogen en de maximum snelheid  van de wagens. De KNAF  kan  niet anders dan deze reglementen als nationale bond over te nemen”.

De eersten die op een klassementsproef hiermee te maken krijgen, zijn de officials. Zij moeten het publiek achter de linten zien te houden én oog voor het verloop van de wedstrijd hebben.
“ Er zijn altijd individuen die proberen dichterbij te komen dan goed voor ze is, waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Andersom kunnen officials deelnemers niet volgen als ze steeds het publiek in bedwang moeten zien te houden”.
“De invoering van een track-and-trace systeem kan officials helpen bij de uitvoering van hun belangrijke taak. Een dergelijk systeem neemt de beveiliging van de deelnemers op afstand door racecontrol over waardoor officials zich meer kunnen concentreren op de beveiliging van het publiek Het BSR heeft diverse track-and-trace systemen tegen het licht gehouden en overweegt volgend jaar een dergelijk systeem in te gaan zetten. Omdat dit gevolgen heeft van de beveiligingsprocedures van een rally is daarvoor wel de instemming van alle organisatoren noodzakelijk”.

“Ook trainingen en betere een betere begeleiding van officials is een zaak waar het BSR op inzet. Met plannen voor de korte en (middel-) lange termijn hoopt het BSR de Nederlandse rallysport snel weer de weg naar boven in te laten slaan. Dat daarbij nog vele vragen moeten worden beantwoord en vele horden moeten worden genomen, lijkt evident. Een breder draagvlak, betere communicatie en meer zichtbaarheid van de evenementen in de media en bij een groter publiek moeten de sport weer naar boven helpen”.

Plaats reactie

1 reactie

Neem gerust contact met ons op indien u materiaal wilt overnemen

Social Media Auto Publish Powered By : XYZScripts.com